Slapeloze nachten had ik ervan. De afspraak met Rob kwam steeds dichterbij en mijn hoofd draaide overuren. Allerlei vragen en mogelijke scenario’s flitsten door mijn gedachten. Hoe zou het gesprek verlopen? Welk plan zou eruit voortkomen? Ik had wat zorgen en zag er een beetje tegenop. Tegelijkertijd keek ik er ook enorm naar uit. Rob weet dat het niet lekker gaat, dat ik zo niet langer kan aanmodderen. Er móest dus wel een nieuw plan komen. Maar wat? Met Eric sprak ik de afgelopen tijd regelmatig over deze afspraak, die voelde als 'D-day'. Het is fijn om een klankbord te hebben en zo met iemand te kunnen sparren. Het hielp me om goed voorbereid op pad te gaan.
Gisterochtend ging ik eerst nog naar Eric. Met mijn hoofd was ik al bij TopSupport later die middag; toch was het fijn om even te trainen. De hele dag had ik geen eetlust, ik kreeg geen hap door mijn keel. Ik was ook bang dat de tranen me zouden overvallen als ik eenmaal het gesprek met Rob aan moest gaan. Mijn grens is bereikt, dat voel ik aan alles. Iets na 15.30u stapte ik, fris gedoucht, in de auto naar Eindhoven. Met een lekkere Spotify-playlist ter afleiding was ik er zo, waar ik om 16.30u een afspraak met Rob had.
Bij aankomst meldde ik me bij de balie, waar bleek dat niet alleen Rob maar ook Stijn Geraets zou aanschuiven. Oorspronkelijk had ik gedacht dat Wart van Zoest erbij zou zijn, maar blijkbaar was dat gewijzigd toen de afspraak werd vervroegd. Ook helemaal prima natuurlijk, fijn dat er iemand meekijkt en zijn mening geeft over deze casus. Extra ogen en extra expertise.
Ik nam plaats in een lege wachtkamer. De polikliniekassistente was al bezig de wachtruimte op te ruimen en zei tegen mij: "Zo, jij bent écht de laatste!" - "Heel fijn, dat betekent dat ze waarschijnlijk ook alle tijd voor me hebben", reageerde ik. Het wachten duurde even, maar het gaf me de mogelijkheid om alles wat ik met Rob wilde bespreken nog eens in mijn hoofd door te nemen. Job kwam ook nog even voorbij geflitst in de wachtkamer en vroeg hoe het met mij ging. Aan mijn gezicht kon hij waarschijnlijk al genoeg aflezen. "Ik zie jou lachen, maar ik kan echt niet meer lachen", zei ik.
Rond de klok van 16.50u werd ik naar binnen geroepen. Toen ik Rob zag viel er meteen een last van mijn schouders. Het is oké, ik ben op de juiste plek. Hij ontving me vriendelijk en goedlachs. "Ohh, eindelijk zie ik je weer", zei ik tegen hem. Dit is de dag waar ik zó ontzettend naar uitkeek. Rob vroeg hoe het ging, waarop ik eerst even terugblikte op onze stedentrip naar Parijs, het onderwerp waar ons vorige contact eindigde. Ik vertelde dat mijn knie behoorlijk flink had gereageerd met zwelling, warmte en nu ook verkleuring/roodheid. Tot bijna een week na Parijs stond m'n knie dag en nacht in de fik. Rob vroeg waar de roodheid zich bevond. Ik liet hem onderstaande foto van mijn knie zien, zodat hij een beeld had.

We deden nog wat smalltalk en hij vroeg me plaats te nemen op de behandeltafel. Voordat ik dat deed, liet ik hem in zittende en staande positie nog mijn extensiebeperking zien. Die is op die manier duidelijker zichtbaar. Rob vroeg me even te wachten en verliet de kamer om Stijn Geraets erbij te halen, zodat ze samen mijn knie konden beoordelen. Een second opinion. Terwijl ik wachtte, liep ik in mijn hoofd opnieuw mijn punten door. Het duurde even, maar toen ze terugkwamen hadden ze mijn casus al besproken en de (oude) MRI-beelden bekeken.
Rob nam plaats aan de zijlijn en liet Stijn even z'n ding doen. Hij stelde me wat vragen over het traject tot nu toe. En vervolgens: "Wanneer ben je nu het meest beperkt?" Over het antwoord hoefde ik niet lang na te denken. "Het is gewoon de hele dag, altijd, aanwezig en het begint al als ik opsta en de trap af moet. Dat is het eerste grote obstakel." De trap aflopen is problematisch en lukt niet zonder me aan de leuning vast te houden. Ik haal geen extensie en doorstappen doet pijn aan de voorzijde en ín de knie. Oké, duidelijk. Stijn deed wat testjes en checkte mijn mobiliteit. Ik heb drukpijn die zich toch rondom dat bot lijkt te manifesteren. Mijn flexie komt nog niet in de buurt van heel to butt (ohh, wat een droom!), mijn extensie laat nog veel meer te wensen over.
Mijn frustraties barstten eruit: "Ik ben hier zó klaar mee, ik kan dit niet meer. Het functioneert gewoon niet. Ik ben nu op een punt aangekomen dat ik denk: Haal de hele zooi er maar uit, laat mijn knie rustig worden en laten we dan maar opnieuw beginnen." Het is aan. Beide heren begrepen mijn standpunt, gevoed door onmacht en frustraties, echter is dat niet the way to go.
"Oké, het is heel duidelijk dat er íets moet gebeuren. Dit is wat we gaan doen", begon Rob vastberaden. Hij had al een plan gesmeed met Stijn. "Je hebt een complex probleem en we weten niet precies wat het is. We moeten daarom onderzoeken waar het vandaan komt. Daarvoor gaan we alle middelen die we hebben inzetten. We gaan all-in. De MRI die we hebben is 4 maanden oud en daarmee niet meer actueel. We gaan een nieuwe röntgenfoto en MRI maken, maar daarnaast ook een botscan met contrastvloeistof en we vragen een bloedonderzoek aan. Zo krijgen we een uitgebreid beeld van je knie en kunnen we erachter komen wat er ín je knie speelt, of er toch een fractuur in je tibiaplateau zit, of er een infectie in het bot zit die blijft sluimeren, of de button mogelijk irritatie veroorzaakt enzovoorts. We willen zaken uitsluiten. Dan kunnen we verder."
Ik kreeg uitleg over allerlei mogelijke oorzaken. Er zijn momenteel nog te veel vraagtekens. Was dit wat ik ervan had verwacht? Hmm, niet helemaal. Of misschien wist ik het ook niet zo goed. In mijn hoofd had ik wel al een beeld geschetst, misschien zelfs conclusies getrokken, diverse scenario's bedacht, maar dit was er geen van. Hoewel ik begrijp dat ik tijdens deze afspraak geen oplossing op een presenteerblaadje aangeboden zou krijgen en beeldvorming een belangrijke factor is om duidelijkheid te creëren, vind ik dit wel lastig. Ik wil gewoon weten wat er speelt. En nog belangrijker: Weten hoe het opgelost kan worden. En nóg veel belangrijker: Dat het opgelost wordt. Zo. Snel. Mogelijk. Zodat ik weer normaal kan functioneren. Deze situatie vreet aan me.
Stijn nam afscheid en verliet de kamer. Ik bleef achter met Rob, die de aanvragen voor de scans in orde ging maken. "Weet je, Rob, ik ga gewoon 3 keer per week naar de fysio en ik heb daar weer plezier in. Mijn fysio zorgt ervoor dat het leuk blijft, maar het voelt alsof het allemaal geen zin heeft", zei ik tegen Rob. "De vraag is of het nu ook wel veel zin heeft. Ga in ieder geval niet provoceren en te veel grenzen opzoeken, maar ik snap best dat je in beweging en een beetje fit wilt blijven." - "Ik had alweer op het veld kunnen staan, joh!" - "Nou, dat is niet helemaal waar", reageerde Rob. - "Veldtrainingen hadden normaal gesproken toch al gekund nu?" Dat beaamde hij. De werkelijkheid is helaas anders.
Rob tikte verder op zijn computer. Er lag nog een brandende vraag op mijn lippen, die ik heel moeilijk vond om te stellen. Na enige weifeling lukte het me toch. "Ik heb natuurlijk ook m'n onderzoek gedaan, veel gelezen, met mensen gepraat. Kan het niet gewoon zijn dat die kruisband te strak is geplaatst en dat door de trekkracht er steeds microtrauma's in dat bot komen?" Pfoeh, gewaagde vraag, vond ik zelf. Een vraag waarmee ik al langer zat. Rob vertelde dat een kruisband strak geplaatst móet worden en dat een correcte positie van de boortunnels veel belangrijker is. Het zou wel kunnen hoor, dat de kruisband aan het bot trekt, maar het is niet het eerste waar hij aan denkt bij mijn problemen. Laten we eerst de onderzoeken maar eens afwachten.
"Is er een lange wachttijd voor de onderzoeken?", vroeg ik aan Rob. "Zou jij er iets in kunnen betekenen?" Rob gaf aan het niet precies te weten en dat er met de afdeling Radiologie geschakeld moest worden. Vanwege het tijdstip was die poli al gesloten. Toen Rob alles in het aanvraagsysteem had gezet liepen we samen naar de polikliniekassistente. Zij gaf aan dat ik nog gebeld zou worden met de afspraken. "Regel je dan ook dat de datums even met mij gedeeld worden?", vroeg Rob aan de assistente. Oh wat fijn, mogelijk dat hij dan nog invloed kan uitoefenen. "Laat me asjeblieft niet te lang wachten", gaf ik nog mee. Aan alles voel ik dat ze hun best voor me doen. Ze halen alles uit de kast en gaan door het vuur. Dat geeft een fijn gevoel.
We namen afscheid van elkaar, spraken af de moed erin te houden en om 17.30u liep ik naar buiten. Het was inmiddels al donker. Toen ik in de auto stapte, reed ik niet meteen weg, maar nam ik even de tijd om alles te laten bezinken. Het was een intense dag met veel emoties. Snakkend naar een nieuw plan. Hoop. Vooruitgang. Hopelijk worden de onderzoeken vlot gepland, zodat er duidelijkheid komt. 's Avonds plofte ik uitgeblust op de bank en schreef ik alles van me af in deze blog.
Binnenkort is het acht maanden geleden sinds de kruisbandoperatie en bijna een jaar sinds de blessure. Dat zijn confronterende cijfers als je ziet waar ik nu sta. Ik volg een aantal ACL-warriors die rond dezelfde periode als mij zijn geopereerd en die de veldtraining nu weer aan het hervatten zijn of reeds hebben hervat. Vergelijken helpt niet, maar toch... it f*cking hurts.
Alles halen ze uit de kast. Dat is heel positief, maar ik begrijp heel goed dat je eigenlijk had willen horen dat ze direct een nieuwe ingreep zouden plannen, zodat je met de revalidatie eindelijk een doel naar volledig herstel hebt! Toch is de werkwijze heel goed om zaken uit te sluiten! Nog even geduld voorzover je dat nog kunt opbrengen! Er moet een oorzaak naar boven komen voor dit probleem! Houd vol, Cindy!
BeantwoordenVerwijderenDat is zeker positief! Op een betere plek kan ik niet zijn... en nu maar hopen dat er iets uit gaat komen waar we mee verder kunnen. Dankjewel, Oscar!
VerwijderenFrustrerend dat er nog steeds naar het begin van een oplossing gezocht moet worden, maar positief dat ze blijven zoeken. En maar blijven hopen dat de ingang van de weg naar herstel gevonden gaat worden. Je mag er in elk geval op vertrouwen dat die ingang érgens moet zijn, dus gevonden gaat worden! Warme knuffel ...
BeantwoordenVerwijderenDaar gaan we voor, Hans. We houden de moed erin. Dank voor al jouw steun.
Verwijderen